Circulair bouwen is nog betrekkelijk nieuw. Er is nog een lange weg te gaan willen we de doelstelling halen om in 2050 volledig circulair te zijn. Hoe komen we tot dit ‘nieuwe normaal’ in bouwen?
Nederland heeft de ambitie om in 2050 volledig circulair te zijn: geen afval meer, niets wordt meer gestort of verbrand. Alle materialen zijn losmaakbaar en herbruikbaar. Vanzelfsprekend kwalitatief veilig en verantwoord, dus niet toxisch. Als tussenstap is het doel geformuleerd om in 2030 50% minder primaire grondstoffen dan nu te gebruiken. De overheid geeft met maatregelen een duw in de rug om die ambities waar te maken. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van de BENG-eisen, per 1 januari 2021.
Het is niet vreemd dat de beweging naar verduurzaming omdenken vraagt. De vorige generaties bouwers hadden er niet zoveel mee. Duurzaamheid kwam er in de praktijk op neer dat de dingen minder slecht gedaan werden. Minder fossiele brandstoffen, minder CO2 uitstoot. Maar in de basis ben je dan nog steeds de verkeerde dingen aan het doen. Doe liever de dingen goed, in plaats van minder slecht.
Natuurlijk, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want of je nu een bedrijf, instelling of particulier bent met bouwplannen, of de professional die die plannen moet gaan uitvoeren, wie staat te springen om voorloper te zijn in een nog betrekkelijk onbekende wereld?
“Ieder traditioneel gebouwd huis is in principe toekomstig afval.”
Onderzoeken tonen aan dat partijen die te maken hebben met het bouwproces op dit moment nog te weinig kennis hebben van duurzame materialen. Of ze durven de stap naar circulair niet te wagen. Of ze zijn beducht voor financiële risico’s. Intussen blijven we als mensheid veel afval produceren. Ieder traditioneel gebouwd huis is in principe toekomstig afval. Niet goed en bovendien is de grondstoffenvoorraad eindig. Eén van de oorzaken van de bestaande wegwerpcultuur is dat arbeid duur is, terwijl materiaal vaak nog steeds relatief goedkoop is. De economie is van oudsher ingericht op efficiency. We moeten echter de nadruk gaan leggen op de effectiviteit van wat we doen.
Circulair bouwen is een vertaling van de voordelen van die effectiviteit. Het belangrijkste voordeel? Een circulair gebouw is beter voor je gezondheid. Dat gaat verder dan louter het gebruik van gezonde materialen, en aan de andere kant te vermijden materialen – zoals PVC-vloeren, die kankerverwekkende stoffen kunnen bevatten.
Mensen zijn 90% van de tijd binnen in een gebouw. De hoogte van CO2, ventilatie, akoestiek, daglicht, fijnstoffen, temperatuur, luchtvochtigheid: het zijn allemaal componenten die invloed hebben op hoe wij ons voelen in een gebouw, en dus hoe productief en energiek we zijn. Neem als voorbeeld een schoolgebouw. Het is heel gewoon dat dertig kinderen in een lokaal zitten. Dan is het niet gek als er eentje hyperactief wordt en een ander ’s middags begint in te dutten.
Vanzelfsprekend draag je met circulair bouwen ook bij aan een beter milieu en aan innovatie. Minder grondstoffen, die we slechts één keer hebben, komen in de grondstoffencrematoria terecht. Wat betreft de kosten: circulair bouwen is niet duurder dan traditioneel bouwen. Producten behouden 10% tot 60% van hun waarde als restwaarde, waardoor het hele businessmodel verandert.
Nu is het vaak nog van: wat kost iets en dit mag het kosten. We moeten binnen een circulaire aanpak echter kijken naar kosten en opbrengsten over de totale gebruiksduur. Dan kom je onder de streep vaak zelfs gunstiger uit, vergeleken met traditioneel bouwen.
Nog een pluspunt dat niet uit het oog verloren mag worden: de beleving van wonen of werken in een circulair gebouw. Het is, behalve gezond voor geest en lichaam, ook esthetisch fraai dankzij de toepassing van natuurlijke, levende materialen.
Bas van de Westerlo – B.vandewesterlo@volantis.nl